Schimmelziekte treft de enige banaan die we kunnen eten

Iets wat het merendeel van ons niet weet: Alle bananen die we eten zijn klonen van elkaar. Ze zijn allemaal van het topras Cavendish. Maar nu de Cavendish-bananen getroffen zijn door een ernstige schimmelziekte, vrezen bananenexperts voor het einde van de banaan zoals we hem kennen. De zogenaamde Panama-ziekte, waarbij een schimmel via de wortel de bananenplant binnendringt, is al gesignaleerd in Australië, Azië en Afrika. De schimmel kan zich makkelijk kan verspreiden, bijvoorbeeld via modder onder de schoenen van boeren. Boeren in landen als Pakistan en India beseffen door slechte voorlichting vaak niet hoe ernstig de situatie is en zijn daardoor niet zo voorzichtig. Het is dus nog maar een kwestie van tijd voordat de ziekte overal voorkomt. Een getroffen bananenplant kan geen bananen meer produceren. Met het Cavendishras kan hetzelfde gebeuren als met de Gros Michel, het vorige commerciële bananenras. Een epidemie halverwege de vorige eeuw roeide vrijwel het hele ras uit. Dit bracht de bananenteelt in Zuid-Amerika op het randje van de afgrond, terwijl bananen toen nog niet eens zo ontzettend populair waren. Genetische manipulatie en veredeling is de beste remedie tegen de Panama-ziekte. Maar dat duurt lang en vereist wellicht een totaal andere aanpak. Het Cavendishras wordt bijvoorbeeld in trossen geoogst en afgerijpt in het land waar de banaan wordt gegeten. Een nieuw ras kan heel andere eisen stellen, waardoor de export en distributie helemaal opnieuw moeten worden opgezet.  

Bron(nen): Trouw