De Noorse staat heeft er flink de wind onder. Mede dankzij torenhoge accijnzen op suiker is de suikerconsumptie in de Scandinavische idylle in 20 jaar tijd bijna gehalveerd. Toch zijn er ook rebellerende Noren: Ze durven de grens over te gaan naar Zweden om daar snoepjes te kopen voor de helft van de prijs.
In het zuidwesten van Zweden, amper 6 kilometer van de grens met Noorwegen staat een supersnoepwinkel van een half voetbalveld groot. Op 90 minuten rijden van Oslo vind je er duizenden verschillende lekkernijen die minstens de helft goedkoper zijn dan aan de andere kant van de grens.
Het is niet de enige winkel, die profiteert van de hoge suikertaks in Noorwegen. Er zijn nog zeker 30 andere shops met snoep, koek, chocolade en frisdrank langs de grens. Gezamenlijk halen ze een omzet van bijna 200 miljoen euro per jaar en ze bestaan enkel en alleen, vanwege de hoge prijzen in Noorwegen.
"Het is toch te gek," zegt de 39-jarige Eirik Bergland. Hij heeft drie kinderen onder de 12 en ging dit jaar al drie keer net over de grens boodschappen doen. "Veel producten zijn in Zweden goedkoper. Alcohol, tabak en andere dingen, maar snoep en frisdrank zijn véél goedkoper. Veel, veel goedkoper," benadrukt hij in The Guardian.
De 24-jarige Matilda Nordholm vindt het belachelijk. "Het is niet normaal wat snoep kost en elk jaar lijkt het duurder te worden. De mensen hier worden steeds ongelukkiger dat ze zoveel moeten betalen voor een klein beetje plezier."