Depressies komen bij vrouwen ongeveer 2 keer zo vaak voor als bij mannen. De vraag is waarom dat zo is. Uit een Amerikaans onderzoek blijkt dat inkomensverschillen hier een belangrijke rol in spelen. En dan gaat het vooral over het verschil in salaris tussen mannen en vrouwen die eenzelfde functie vervullen. Als vrouwen iets meer betaald krijgen dan hun mannelijke collega’s, is er geen verschil in de mate van voorkomen van depressies. Als vrouwen minder betaald krijgen dan mannen in eenzelfde functie krijgen ze 2,5 keer zo vaak een
depressie. Vrouwen die minder verdienen dan hun mannelijke collega's hebben ook significant vaker een gegeneraliseerde angststoornis (die onder meer gekenmerkt wordt door chronische
angst en veel piekeren) dan mannen. Deze resultaten zijn gebaseerd op een onderzoek onder 22.581 volwassenen in de leeftijd van 30 tot 65 jaar. Verondersteld wordt dat de inkomensongelijkheid zowel economische als psychosociale gevolgen heeft. De ongelijkheid kan leiden tot minderwaardigheidsgevoelens bij vrouwen. En dit verhoogt dan weer de gevoeligheid voor depressies en angststoornissen. De laatste tijd wordt veel aandacht besteed aan biologische factoren die een rol spelen bij psychiatrische aandoeningen. Deze studie laat zien dat sociale factoren minstens even belangrijk zijn. En daar waar veel biologische verschillen tussen mannen en vrouwen niet veranderd kunnen worden, is dat met inkomensongelijkheid wel het geval. Door het salaris van mannen en vrouwen in vergelijkbare functies gelijk te trekken, kan veel leed voorkomen worden. Bovendien kan er zo ook nog eens bezuinigd worden op zorgkosten en kosten die het gevolg zijn van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift