\n\n
Het had niet veel gescheeld of champagne had nooit bestaan. Toevalligerwijs ontstond het drankje toen er in de vijftiende eeuw een mini-ijstijd uitbrak. Het gebruikelijke fermentatieproces werd in de winter onderbroken. In het voorjaar ging het weer verder, waardoor koolstofdioxide in de wijnflessen kwam. De bubbelwijn werd lang gezien als minderwaardig en zelfs duivels, omdat flessen ontploften. Tot de monnik Dom Pierre Pérignon in de zeventiende eeuw de opdracht kreeg om de wijn te verbeteren. Toen was er champagne. Nog meer feitjes: het klassieke champagneglas is ontworpen met een wassen mal van de borst van Marie Antoinette, de vrouw van de Franse koning Lodewijk XVI. En verder: in een fles champagne zit drie keer zoveel druk als in een autoband en een champagnekurk knalt met 64 kilometer per uur uit de fles. Marilyn Monroe nam eens een bad gevuld met 350 flessen champagne. De grootste fles champagne is de Melchizedek. Daarin gaan 40 normale flessen. In een fles champagne zitten zo'n 49 miljoen bubbels.
Bron(nen): De Morgen