\n\n

Ireen Wüst: 'Als we allemaal softies maken, komen we er niet als je records wilt verbreken'

Sport
door Jeannette Krasmaandag, 28 augustus 2023 om 11:12
anp 444510749
Ireen Wüst is een van de beste schaatsers die Nederland ooit heeft gehad. De zesvoudig olympisch schaatskampioen wist als enige op vijf verschillende Winterspelen goud te winnen. De 37-jarige oud-schaatsster is inmiddels anderhalf jaar gestopt en nu werkzaam als expert prestatiegedrag en mentale gezondheid bij sportkoepel NOCNSF. Ook begeleidt ze jonge talenten.
Ze noemt het in de Volkskrant 'een lastige tijd' waar we nu in zitten. "Het neigt ernaar dat het alleen maar leuk en gezellig moet zijn. Dat is topsport niet altijd. Een topsporter moet af en toe door de pijn duwen. Om grenzen te verleggen. We gaan naar een maatschappij waarin je naar je gevoel moet luisteren en iedereen gepamperd wordt. Als je geen zin hebt, is het: ‘Oké, luister naar je lichaam.’ Mentale druk wordt al snel als iets negatiefs gezien."
Ze legt uit hoe het gaat. "Tegenwoordig moet je vaak eerst in gesprek met de ouders, voordat je met de sporters zelf kunt praten. Er zijn ouders die hun kinderen in alles willen beschermen. Als we allemaal softies maken, komen we er niet, niet als je records wil verbreken."
Kotsend bovenZelf trainde ze misschien wel te hard en te veel, gemiddeld zo'n twaalf keer per week. Ze raakte twee keer overtraind. "Niet elke training is leuk. Drie uur fietsen in de regen vond ik ook niet leuk. Soms weet je: ik zal de komende drie dagen met spierpijn over mijn hele lijf rondlopen. Er waren af en toe trainingen waarin ik kotsend boven kwam op een berg. Dat hoorde allemaal bij het doel dat ik had."
"Ik denk dat als sporters alleen maar naar hun gevoel luisteren en naar wat hun hoofd zegt, en direct stoppen wanneer het pijn gaat doen, je alleen maar ondertrainde sporters krijgt. Begrijp me niet verkeerd: topsport is hard, maar het heeft mijn leven op alle fronten verrijkt. De meeste trainingen zijn juist leuk. In een ploeg trainen is daarnaast gezellig."
Bron(nen): De Volkskrant