\n\n
We is 20 jaar geleden dat in de uitslag van een bergetappe 2 Nederlanders bij de eerste 5 zaten. Het waren de gouden tijden van Rooks en Theunissen. De eerste won bijna de Tour, de tweede was altijd in de aanval. Het waren de jaren dat het heel gewoon was dat Nederlandse renners vooraan reden en wonnen. Rooks en Theunisse waren vrienden, dat zijn Ten Dam en Mollema niet. Die vriendschap van Rooks en Theunisse duurde overigens niet eeuwig: toen ze waren gestopt werden het vijanden. Vandaag zal blijken of het sprookje van de nieuwe Rooks en Theunisse minstens nog een dag langer kan stand houden. De wielrenners zondag in de negende etappe wederom een dag vol beklimmingen en afdalingen. Met Christopher Froome in het geel gaat het peloton over 168 kilometer van Saint-Girons naar Bagnères-de-Bigorre. Onderweg moeten de renners over vijf bergen, waarvan vier van de eerste categorie.
De etappe die om half 12 begint voert onder meer langs de vermaarde Col de Peyresourde, een van de cols van de eerste categorie. Hoewel de rit met zijn vijf bergen waarschijnlijk een klimmer als ritwinnaar oplevert, is er ook een reële kans dat de beste daler wint. De finish ligt 30 kilometer na de top van de Col de Portet d'Aspet; de laatste beklimming.