De voetballers uit de Nederlandse eredivisie zijn gemiddeld een kwart van hun marktwaarde kwijt door de coronacrisis.
Dat is vergelijkbaar met de ontwikkelingen in de Britse, Spaanse, Italiaanse en Duitse competities, zo blijkt uit een rapport van Football Benchmark, een team van accountancy- en adviesbureau KPMG, waar het
FD over schrijft.
De forse daling in amper drie maanden kent drie redenen. In de eerste plaats hebben voetbalclubs minder te besteden. Als de competities al worden uitgespeeld, dan zal er bij de wedstrijden geen publiek aanwezig zijn. Daardoor missen de clubs onder andere de opbrengsten uit de verkoop van kaartjes, drank en kroketten.
Verder maken de spelers nu minder trainingsuren waardoor hun fitheid afneemt. Tot slot spelen ze geen wedstrijden zodat ze hun waarde niet opvijzelen met doelpunten of mooie acties. 'Ze kunnen niet laten zien waartoe ze in staat zijn', aldus het rapport.
Volgens Paul Adriani, manager in de digitale adviestak van KPMG, kunnen clubs nog meer averij oplopen. Ook sponsorcontracten staan ook onder druk. 'De stadions zijn leeg en blijven voorlopig leeg,' zegt hij in het
FD. Daardoor haken sponsoren mogelijk voortijdig af en loopt een club inkomsten mis.