Elke dag opnieuw geven we achteloos persoonlijke data weg aan bedrijven als Facebook en Google. Daar zouden we veel voorzichtiger mee moeten zijn, vinden Maurits Martijn (35) en Dimitri Tokmetzis (41). "Als we hun ware aard zouden zien, zouden die bedrijven niet zo populair zijn," zeggen ze in . De twee
journalisten van De Correspondent schreven het boek 'Je hebt wél iets te verbergen' over het belang van
privacy. Martijn: "Iedereen begrijpt dat er een probleem is als je computer gehackt wordt en je naaktfoto’s op straat liggen. Maar dat is slechts een onderdeel van een groter probleem. Het gaat erom hoe je gegevens worden gebruikt door zelflerende algoritmes. Dat zorgt ervoor dat Facebook bepaalt wat voor informatie je tot je krijgt via je tijdlijn, maar ook of je als terrorist wordt gezien. Of je een goede klant bent of niet. Ingrijpende, geautomatiseerde beslissingen op basis van persoonlijke gegevens.” Mensen die zeggen dat ze niets te verbergen hebben, weten niet waar ze het over hebben, vindt de journalist. "Je ziet moderne surveillance niet met het blote oog. Hoe kun je zeggen dat je niets te verbergen hebt, als je niet weet wat er over jou verzameld wordt, door wie, waarom en welke gevolgen dat voor jouw leven heeft?” Hij gaat verder: "Google en Facebook zijn de twee belangrijkste poorten tot bijna alle online kennis en informatie, voor miljarden mensen. Het is vreemd dat we deze publieke taak aan twee Amerikaanse bedrijven hebben gegeven.” De twee schrijvers pleiten voor een betere bescherming van je privacy en meer bewustzijn bij gebruikers. Tokmetzis: "We willen betere, transparante technologie. Als je nu een app opent of een site bezoekt, weet je niet wat er gebeurt met je gegevens.” Het gaat er om dat je meer inzicht krijgt in wie er met je data aan de haal gaan. "Privacy is afhankelijk van de context," legt Martijn uit. "Op het vliegveld ga je ermee akkoord dat je wordt gefouilleerd. In de online wereld zie je de ware context niet. Als je nu.nl bezoekt, kijken 44 advertentiebedrijven met je mee. Stel je voor dat jij de krant openslaat en er 44 mannen in je nek staan te hijgen om aantekeningen te maken over welke artikelen je leest.”