\n\n

De '10 year challenge' onschuldig? Volgens tech-expert is er meer aan de hand

Tech
door Admindonderdag, 17 januari 2019 om 9:32
welingelichtekringen header 1
De '10 year challenge', je ontkomt er momenteel bijna niet aan op Instagram. Iedereen die zichzelf ook maar een beetje serieus neemt op social media plaatst een foto van zichzelf nu en tien jaar geleden. De verschillen zijn vaak groot en niet zelden komisch. Maar is het wel zo'n onschuldig vermaak? Een tech-expert zet daar haar vraagtekens bij. Kate O'Neill stelt dat het zomaar zou kunnen dat Facebook de gebruikt om zijn gezichtsherkenningstechnologie te verbeteren. "Tien jaar geleden zou ik hier waarschijnlijk aan meegedaan hebben. Nu vraag ik me vooral af hoe die gegevens gebruikt kunnen worden om algoritmes rond gezichtsherkenning verder uit te bouwen,” begint ze. Haar bericht lokt veel discussie uit. Ze reageert: “Op mijn tweet kreeg ik vaak de reactie dat Facebook die foto’s toch al in haar bezit heeft. Dat klopt natuurlijk. En er zijn ook al varianten op het thema geweest, vier jaar geleden deelden mensen bijvoorbeeld massaal de eerste profielfoto die ze op het netwerk gebruikt hadden.”
“Maar denk even mee: stel dat je een algoritme rond gezichtsherkenning wil bouwen en je zou bijvoorbeeld willen weten hoe iemand er na x-aantal tijd zal uitzien. Dan wil je om te beginnen héél veel foto’s van gezichten verzamelen. En dan helpt het ook als je weet hoe iemand er na pakweg tien jaar uitziet.”
Ze legt haarfijn uit wat het probleem kan zijn. “Is het een slechte zaak als Facebook die foto’s zou gebruiken om het algoritme voor gezichtsherkenning op punt te zetten? Niet noodzakelijk, er kunnen zeker ook goede dingen mee gedaan worden. De technologie kan bijvoorbeeld helpen om vermiste kinderen terug te vinden. In vier dagen tijd werden op die manier bijna drieduizend zaken in New Delhi (India) opgelost.”
“Maar wat als die informatie in handen zou vallen van een verzekeringsmaatschappij? Wie sneller dan normaal veroudert, loopt dan het risico om meer te moeten betalen. In het ergste geval zal die persoon de verzekering misschien zelfs op zijn/haar buik kunnen schrijven.”
Aan het eind nuanceert ze: “Is het een kwalijke zaak als u nu zelf meegedaan heeft aan deze hype? Ach nee, tuurlijk niet. Maar we moeten ons wel bewuster worden van de gevolgen als we al die gegevens delen. Vergeet niet dat de mens de grootste databron is voor bijna alle technologische evolutie. Wij zijn de link tussen de fysieke en de digitale wereld. Bedrijven gebruiken onze gegevens om zelf slimmer en winstgevender te worden.”
Of O'Neill gelijk heeft? Ze zet in ieder geval veel van haar volgers aan het denken.
Bron(nen): HLN