Stel: je bent hoogleraar aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT). De telefoon gaat. Je krijgt een dame aan de lijn die zegt dat ze de secretaresse van Bill Gates is en dat Gates je graag wil spreken. Dan krab je even op je achterhoofd en denk je dat het een grap is van een van je studenten. Maar het blijkt bittere ernst en een week later zit Gates tegenover je in je kantoor. Bovenstaande overkwam Donald Sadoway, een chemieprofessor van het MIT. Gates was een fan geworden van zijn gratis online colleges. Tijdens het gesprek liet Sadoway zich ontvallen dat hij bezig was met een nieuw soort batterij van twee lagen vloeibaar metaal, gescheiden door gesmolten zout. Het idee was om het ding zo groot en zo goedkoop te maken dat een elektriciteitsbedrijf er duurzame stroom uit wind- of zonne-energie in kon opslaan. Gates was onder de indruk en zei: 'Als je hier ooit een bedrijfje in begint, laat het me weten, dan stop ik er wat geld in.' Dat was in 2009. Een jaar later investeerde Gates een onbekend bedrag in Ambri, het bedrijf dat deze batterijen van vloeibaar metaal commercieel moet gaan exploiteren. Als deze technologie levensvatbaar blijkt, zou dat een doorbraak zijn. Tot nu toe wordt de duurzame energiesector namelijk geplaagd door twee problemen: als het niet waait of als de zon niet schijnt dan wordt er geen elektriciteit geproduceerd. De extra capaciteit die op winderige en/of zonnige dagen wordt gegenereerd moet worden opgeslagen, maar batterijen zijn duur en inefficiënt. Daarom wordt al jaren gezocht naar een oplossing op grote schaal: enorme batterijen die als buffer kunnen dienen voor een heel netwerk. Sadoway's vinding zou hierin kunnen voorzien en kunnen uitgroeien tot de 'heilige graal' van de sector.