\n\n

4 psychologische trucjes die leiders toepassen

Wetenschap
door Maroesja Perizoniusdinsdag, 13 oktober 2015 om 15:13
welingelichtekringen header 1
Leiders willen, of ze het weten of niet, hun volgelingen of ondergeschikten graag beïnvloeden of onder controle houden. Dit geldt voor zowel goede als slechte leiders in een werkomgeving, in de politiek of waar dan ook. Het verschil tussen goede en slechte leiders zit 'm in hoe ze de psychologische trucs gebruiken. - Leiders benadrukken vaak het wij/zij-gevoel: Wij hebben gelijk, zij hebben ongelijk, wij zijn goed, zij zijn fout. Zo wordt de sociale cohesie en de solidariteit in de groep waarvan de leider aan het hoofd staat, aangewakkerd. Maar de 'anderen' worden door slechte leiders ook zwart gemaakt, vaak op basis van vooroordelen. Dat maakt samenwerken met die anderen in de toekomst danig problematischer. - Slechte leiders willen dat hun mensen gehoorzamen puur op basis van het feit dat ze de baas zijn. 'Volgers' gehoorzamen ook zomaar, denk maar aan de psychologische onderzoeken van Milgram waaruit bleek dat mensen elkaar zelfs elektrische schokken geven omdat iemand met (vermeende) autoriteit dat wil. Een goede leider verwacht geen blinde loyaliteit maar nodigt ondergeschikten uit om twijfels uit te spreken en vragen te stellen. - Goede leiders maken voor zichzelf geen uitzondering als het om de regels gaat. De allerbeste leiders zijn zelfs een moreel kompas voor hun volgelingen of werknemers, ze bezitten de bescheidenheid en nederigheid die nodig is en achten zichzelf niet superieur. Slechte leiders denken dat zij boven de anderen staan en dat ze zich daarom niet aan de regels hoeven te onderwerpen. Ze verlagen zich vervolgens aan bijvoorbeeld illegaal of immoreel gedrag of ze nemen steekpenningen aan. - Dit komt vooral voor bij slechte religieuze leiders. Zij beloven, in ruil voor loyaliteit, bijvoorbeeld heilige verlossing of verlichting of iets anders waar hij of zij helemaal niet in kan voorzien. Hoe meer een volger moet bieden of op moet offeren, zoals geld of vrijheid, hoe groter de kans op blinde devotie.      
Bron(nen): Psychology Today