\n\n

Het wachten is op de volgende pandemie

Wetenschap
door Menno Grootveldzondag, 07 oktober 2012 om 12:17
welingelichtekringen header 1
Astrid Joosten en haar man Jaap Taal gingen in juni 2008 op vakantie in Oeganda. Ze hielden wel van een beetje avontuur en brachten onder begeleiding van een gids een bezoek aan de Pythongrot in het oerwoud van Maramagambo. In die grot leven Afrikaanse rotspythons en een heleboel vleermuizen. Eenmaal in de grot moesten ze goed oppassen dat ze niet uitgleden, want de vloer was bedekt met guano. Waarschijnlijk is Astrid op die manier besmet geraakt. Ze moest zich in evenwicht houden door haar hand op een rots te leggen, die ook bedekt was met vleermuisuitwerpselen. Twee weken later werd ze, thuis in Nederland, plotseling ziek. Haar temperatuur bleef maar stijgen, haar organen begonnen uit te vallen, ze kreeg uitslag en bloedingen. Uiteindelijk kwam er te weinig zuurstof in haar hersenen en overleed ze. Inmiddels was uit bloedmonsters gebleken dat ze geïnfecteerd was met een relatief onbekend filovirus: Marburg, verwant aan het beruchte, eveneens uit Afrika afkomstige Ebola-virus. Marburg (zie afbeelding) en Ebola zijn voorbeelden van een verschijnsel dat in de wetenschappelijke literatuur over ziekten 'zoönose' wordt genoemd: virussen die overspringen van dieren op mensen. Andere voorbeelden zijn aids, sars en de builenpest, maar ook de doodgewone griep. In 1918 dook er een griepvariant - de Spaanse griep – op, die ongeveer 50 miljoen mensenlevens zou eisen. In een nieuw boek, 'Spillover' (Oversprong) geheten, gaat schrijver David Quammen op zoek naar de oorsprong van veel van dit soort ziekten en probeert hij erachter te komen waar de volgende wereldwijde pandemie vandaan zou kunnen komen. Dat laatste blijkt moeilijk te voorspellen, maar dat er weer zo'n pandemie zal komen, is bijna 100 procent zeker. De moderne wereld, waarin je binnen een mum van tijd vanuit het oerwoud van Oeganda naar een wereldstad als New York of Mexico City kunt reizen, zorgt ervoor dat de verspreiding van virussen als Marburg en Ebola een fluitje van een cent is. Gelukkig staat de wetenschap ook niet stil en was het aan een combinatie van doortastend optreden van de autoriteiten van diverse landen en doeltreffende quarantainemaatregelen te danken dat de sars-uitbraak in 2003 tijdig kon worden ingedamd. Toch schuilt een ongeluk in een klein hoekje, of – in de woorden – van David Quammen, in een boom: 'Je hoeft maar aan een boom te schudden en er valt iets uit.' Bronnen: Financial Times, New York Times, The Guardian (uittreksel uit het boek van David Quammen)