Cabaretière Dawn French stelt dat ze qua omvang in de tijd van Rubens wellicht een topmodel zou zijn geweest, Rubens schilderde immers
vrouwen die we nu mollig zouden noemen. En Kate Moss zou juist niks voor elkaar hebben gekregen in die tijd. stelt dat French een punt aansnijdt waar ook wetenschappers het hoofd over hebben gebogen: Verandert het
schoonheidsideaal met de tijd? Of zijn er schoonheidsaspecten die universeel en tijdloos zijn? Evolutionair gezien zijn er goede redenen te bedenken voor de tijdloosheid van schoonheid. Sommige kenmerken duiden misschien op gezondheid, fitheid en vruchtbaarheid, waardoor we die kenmerken fysiek en seksueel aantrekkelijk vinden. Alleen, hoe uitgebreider wetenschappers deze theorie onderzochten, hoe minder waar deze bleek te zijn. Leek het er eerst nog op dat mensen met symmetrische gelaatstrekken altijd in goede gezondheid hadden verkeerd, later bleek in een veel groter onderzoek dat er geen enkel verschil te bespeuren viel. Zo was er ook het idee dat vrouwelijke vrouwen en mannelijke mannen het summum zijn. Maar later bleek dat eigenlijk alleen westerse, stedelijke mensen waren onderzocht. In meer afgelegen gebieden hadden vrouwen een veel grotere voorkeur voor de wat vrouwelijker uitziende man. Hetzelfde gold voor het figuur. Houden we in het algemeen van het zandloperfiguur en van mannen met brede schouders en een slanke taille, zodra er honger en armoede is, prefereren we zwaarder gebouwde partners die er goed tegen kunnen. Kortom, al lijkt schoonheid tijdloos, we worden voortdurend door de omstandigheden beïnvloedt als het om onze voorkeuren gaat. Het gaat zelfs zover dat wat we mooi vinden besmettelijk is: Het blijkt dat als we zien dat iemand mooi gevonden wordt, we dat zelf ook mooi gaan vinden. Zo verspreidt een idee over wat mooi is zich door de hele samenleving. En sinds sociale media zelfs mondiaal. In een tijd waarin cosmetische chirurgie zo wijdverbreid is, is dat wel iets om ons bewust van te worden.