Meisjes tussen de 8 en 12 jaar oud kunnen beter nieuwe dingen aanleren. Dat blijkt uit een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam. Jongens hebben, stellen de onderzoekers, meer begeleiding en uitleg nodig als er iets nieuws wordt geïntroduceerd. Dat blijkt uit een Nederlands onderzoek gepubliceerd in het prestigieuze tijdschrift In een gesprek over de bevindingen met het zegt onderzoeker professor Jolles: ,,Omdat de schoolse prestaties direct samenhangen met het tempo waarin de leerling zijn leervaardigheden ontwikkelt, moeten we beter begrijpen waardoor de individuele verschillen worden veroorzaakt''. Bij dat onderzoek blijkt dat er twee elementen mede bepalen hoe snel een kind iets nieuws leert: het geslacht - meisjes zijn sneller dan jongens - en het milieu - kinderen van rijke ouders leren sneller dan kinderen uit armere gezinnen. Dat laatste verklaren de onderzoekers door het feit dat kinderen in rijke gezinnen vaker met nieuwe dingen in aanraking komen en dus meer kunnen oefenen. ,,Kinderen uit gezinnen met hoger opgeleide ouders hebben meer mogelijkheden om ervaring op te doen met onbekende spellen, met taal en met het lezen van nieuwe boeken. Dat is belangrijk voor leren op school, als kinderen bijvoorbeeld voor het eerst een toets moeten maken''