\n\n
De bereidheid van een vrouw om geld of andere materiële dingen te delen met vreemdelingen is gekoppeld aan de hoeveelheid oestrogeen in haar lichaam. Tijdens de menstruatie zouden vrouwen eerder bereid zijn om te delen. Overigens geldt dit niet voor vrouwen die gebruik maken van synthetische anticonceptiemiddelen, zoals de pil. Dit blijkt uit een studie van de Goethe Universiteit in het Duitse Frankfurt. De 400 vrouwen die geselecteerd werden voor de studie gebruikten geen hormonale anticonceptiemiddelen, waren niet zwanger en hadden een natuurlijke menstruatiecyclus. Het oestrogeen gehalte van de vrouwen werd geschat op basis van een zelfgemaakt rapport over hun menstruatiecyclus. De bereidheid om middelen te delen werd gemeten aan de hand van de ‘Social Value Orientation’ test: een standaard test die gebruikt wordt om te meten of iemand bereid is fictief geld te delen met vreemden. Alle geselecteerde vrouwen waren eerder bereid om hun middelen met vreemden te delen tijdens of net na hun menstruatie, op het moment dat hun oestrogeen gehalte laag is. De vrouwen waren juist minder snel geneigd om te delen een paar dagen na hun eisprong, op het moment dat hun oestrogeen gehalte op zijn hoogst is. Dit is de eerste studie die een link legt tussen de bereidheid om te delen en het oestrogeen niveau bij vrouwen. Een mogelijke verklaring voor dit fenomeen is dat vrouwen na hun ovulatie willen vasthouden aan hun middelen, in afwachting van een mogelijke zwangerschap. Bij vrouwen die hormonale anticonceptiemiddelen werkt deze theorie niet, omdat zij hun oestrogeen-niveau kunstmatig op een bepaald gehalte houden.
Bron(nen): Examiner