Een van de drijvende krachten uit het groter worden van de
hersenen van onze voorouders waren de snelle schommelingen in het klimaat. In de periode tussen 800.00 en 200.000 jaar geleden volgden verschillende klimaatgolven elkaar op. Het gaf een evolutionair voordeel aan soorten die goed op die verandering konden inspelen. In het geval van de mensachtigen gaf het een voordeel aan grotere hersenen. De herseninhoud van fossielen is groter naarmate de afstand tot de evenaar toeneemt. Dat is logisch, schrijft medium.com: hoe verder van de evenaar, des te onstuimiger de klimaatwisselingen. Onze grotere hersenen stelden ons in staat om twee revoltes te ontketenen. Eerst de landbouwrevolutie en veel later de industriële revolutie. Met name die laatste leidt nu tot broeikasgassen en tot opwarming van de aarde. Dankzij de klimaatwisselingen van destijds kregen we hersenen die zo groot waren dat we op onze beurt een klimaatwisseling veroorzaken. Medium.com vraagt zich af wat het effect zal zijn van die nieuwe klimaatwisseling: een versnelde groei van onze hersenen zou heel logisch zijn.