Een Amerikaans onderzoek laat zien dat je vermogen om iets te leren en te onthouden afhangt van wat je doet met je handen als je aan het leren bent. Als je een studie-object in je handen hebt, let je meer op de details en zie je eerder verschillen tussen dingen. Als je het studie-object niet aanraakt, zie je eerder de samenhang en overeenkomsten tussen dingen.
Deelnemers aan het onderzoek moesten een reeks plaatjes van complexe geometrische patronen analyseren. De helft van de proefpersonen legde hun handen naast de plaatjes en de andere helft legde ze op hun schoot. Daaruit bleek dat het moeilijker was om overeenkomsten te zien, bv. hetzelfde patroon in een andere kleur, als de proefpersonen de plaatjes in hun handen hielden. Deze mensen zien meer details en minder de grote lijnen.
Hoe verklaar je dat? Volgens de onderzoekers is het evolutionair bepaald. Als een voorwerp dichtbij en vooral dichtbij je handen is, moet je snel het onderscheid kunnen maken tussen pluis en niet-pluis. Zijn dit eetbare of giftige bessen? Is deze slang gevaarlijk of niet? Als voorwerpen verder van je verwijderd zijn, ben je eerder geneigd om ze in te delen in categorieën. Details zijn dan minder belangrijk.
Deze resultaten kunnen van belang zijn voor het onderwijs. Zo zou je kunnen verwachten dat informatie die leerlingen eerst op een computerscherm zagen anders verwerkt wordt als ze een iPad in hun handen hebben.