Er is geen eenduidig antwoord op de vraag of optimisten of pessimisten gelukkiger zijn, omdat geluk voor iedereen anders kan zijn. Sommige mensen vinden dat optimisten gelukkiger zijn, omdat ze positief in het leven staan en zich richten op de goede dingen. Anderen vinden dat pessimisten gelukkiger zijn, omdat ze realistischer zijn en minder teleurgesteld worden.
Maar de wetenschap geeft wel aanwijzingen: de optimist lijkt beter af te zijn.
‘Uit veel onderzoeken blijkt dat optimisten gelukkiger zijn dan pessimisten’, zegt Ruut Veenhoven, emeritus hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in Quest. Hij doet veel onderzoek naar geluk. Optimisten zijn trouwens niet alleen gelukkiger. Ze doen het bijvoorbeeld ook beter op school en ze zijn succesvoller op hun werk.
Wat bepaalt of je positief of juist pessimistisch in het leven staat? Als het meezit in je leven, ben je waarschijnlijk optimistischer dan wanneer je vooral tegenslag kent. ‘Maar het is voor een deel ook aanleg’, vertelt Veenhoven. ‘De een voelt zich van nature prettiger dan de ander. En dat maakt je optimistischer.’
‘Als je goed in je vel zit en vertrouwen hebt in een goede afloop, vergroot dat de kans dat je dingen uitprobeert. Je hebt dan ook een grotere kans dat je een levenswijze vindt die bij je past. En dat vergroot je geluk. Als je denkt dat het toch niet beter zal worden, blijf je misschien in een onbevredigende situatie hangen.’ Dan blijf je getrouwd met de man of vrouw voor wie de passie al jaren geleden is uitgedoofd. Of blijf je hangen in een baan die je niet echt leuk vindt. En daar wordt niemand gelukkig van.
Maar te veel verwachtingen hebben is ook gevaarlijk. “We leven in een extreem individualistische maatschappij waarin we zelf beslissen over ons geluk. Ben je ongelukkig, dan doe je of niet je best, of je bent niet optimistisch genoeg. Dat is nogal een verantwoordelijkheid die we onszelf hebben opgelegd”, zegt de Zweedse psychologen Ida Hallgren en Mattias Lundberg tegen
het Belgische opinieblad Knack. “Veel Zweden gaan naar een motivatiespreker. Die komen altijd met een boodschap in de trant van: je kunt worden wat je wilt, zolang je maar in jezelf gelooft.” Maar dat is volgens de onderzoekster niet waar. “Want hoe graag ik het ook zou willen, ik zal nooit een goede basketbalspeler worden.”