Een EU-referendum uit liefde voor de Oranjes! Nederland beleeft een ‘Hete Maart’. Mogelijk gevolgd nog door een ‘Kokende April’, maar dan moet per 1 mei toch de druk van de ketel zijn. Aanleiding daartoe is de krachttoer van het kabinet Rutte II om een akkoord te bereiken over de begroting van 2014. Met sombere CPB-cijfers in de hand proberen coalitiepartners VVD en PvdA de hele Nederlandse polder op één lijn te krijgen. Aan het Binnenhof, maar het liefst ook met de zegen van werknemers en werkgevers. Waarom die haast? Niet omdat het van ‘Brussel’ moet. Nee, omdat we dat zelf zo in Brussel afgesproken hebben. Plannen voor 2014 moeten voor 1 mei 2013 op de post. Zodat de rekenmeesters in Brussel de tijd hebben om vast te stellen of koning
Willem-Alexander I straks op Prinsjesdag een beleid afkondigt, dat uit het juiste Europese hout is gebeiteld. Van dat duurzame hout, waar – zo hebben de eurolanden met elkaar afgesproken - iedereen mee aan de slag moet. Ook het land van de clowns, Italië.
Poppenkast De Raad van State had dan ook helemaal gelijk toen het in een advies over de Europese Unie onlangs vaststelde, dat Prinsjesdag en de jaarlijkse Algemene en Financiële Beschouwingen in feite poppenkast zijn. De besluitvorming over het nieuwe begrotingsjaar is verhuisd van het najaar naar het voorjaar. In zijn ‘Staat van de Europese Unie 2013’ ontkent het kabinet deze verschuiving, maar de slag die Rutte en de zijnen op dit moment leveren met het politieke en maatschappelijke krachtenveld bewijzen het tegendeel.
In die ‘Staat van de Europese Unie’ schildert minister Timmermans wel een realistisch beeld van de EU en Nederland. Op de vraag waar de EU over dertig of vijftien jaar zal staan, weet hij het antwoord niet: hij noemt ‘het veredeld giswerk’, dat niet alleen ‘verlammend’ werkt, maar ook ‘afleidt’ van wat er de komende jaren in en met Europa te doen staat.
‘We moeten niet verder springen dan onze polsstok lang is’, schrijft de minister. Onder erkenning dat de ‘democratische legitimiteit’ van de EU ernstig tekort schiet en alle aandacht verdient, is de toekomst van de Euro ‘van wezenlijk belang voor de Nederlandse economie en dus onze topprioriteit’, aldus Timmermans. En: ‘Strengere, afdwingbare afspraken over nationaal begrotingsbeleid, de vervolmaking van de bankenunie evenals betere coördinatie van economisch beleid zijn noodzakelijk’.
Klus Het stuk staat deze week ter discussie in de Tweede Kamer. Een debat dat in hoge mate gedomineerd zal worden door de vraag of er een referendum over de Europese Unie moet komen. In die ‘Staat van de Europese Unie’ rept het kabinet niet over een volksraadpleging. Het zegt tussen de regels door dat die discussie afleidt: ‘Eerst oplossen wat moet worden opgelost om de Europese economie weer aan de gang te krijgen. Dat is al een hele klus’.
En het is zonneklaar, dat het kabinet na het debat weer vol overgave aan de slag gaat met die ‘klus’. Om ervoor te zorgen dat er voor 2014 op tijd een begroting ligt, die niet alleen de steun heeft van de Nederlandse polder, maar ook stand houdt op Europees terrein. Niet omdat dat moet, maar omdat we er zelf van overtuigd zijn dat dit het beste is voor de concurrentiekracht van Europa.
Medelijden Het hele referendumdebat heeft hierdoor iets van een rituele dans. Of poppenkast, zo u wilt. Of je met het stellen van één vraag de Europese economie weer op de rails krijgt. Of dat gevecht daarvoor nu niet geleverd wordt in alle politieke voor- en achterkamertjes, vakbondslokalen en directiekantoren. Ongetwijfeld met bloed, zweet en tranen. Of het zou moeten gaan om koning Willem-Alexander I. Dat hij straks bij zijn debuut in de Ridderzaal niet als een Jan Klaassen met een uitgekauwd verhaal op schoot zit. Tja, een referendum uit medelijden met de Oranjes, leve de democratie!
Paul Sneijder