Het nummer van deze week van het Britse tijdschrift New Statesman is samengesteld door oppostieleider David Miliband van de Labour Party. Eén van de interessantste stukken in dit nummer is van de hand van Michael Semple, een voormalige afgezant van de VN naar Kaboel in de tijd van de
Taliban, die sindsdien altijd contact heeft onderhouden met het leiderschap van die beweging.
Voor New Statesman heeft hij nu een hoge Taliban-commandant geïnterviewd, in het artikel aangeduid als Mawlvi. Deze man, die in Guantánamo gevangen heeft gezeten, doet een aantal opmerkelijke uitspraken. Zo zegt hij over al-Qaeda:
"Minstens 70 procent van de Taliban is boos op al-Qaeda. Onze mensen beschouwen al-Qaeda als een plaag die door de hemel op ons is afgestuurd. Sommigen zijn zelfs tot de slotsom gekomen dat al-Qaeda eigenlijk bestaat uit Amerikaanse spionnen. Aanvankelijk waren de Taliban naïef en verwelkomden ze al-Qaeda bij hun thuis. Maar al-Qaeda heeft onze gastvrijheid misbruikt. Het was in Guantanamo dat ik besefte hoe weinig loyaal de mensen van al-Qaeda waren... Om de waarheid te zeggen was ik opgelucht toen ik hoorde dat Osama dood was. Met zijn politiek heeft hij Afghanistan verwoest. Als hij werkelijk in de jihad had geloofd, had hij naar Saoedi-Arabië moeten gaan om daar de jihad te bedrijven, in plaats van ons land te gronde te richten.”
En over de vraag of de Taliban ooit weer aan de macht zullen komen:
"Het ligt besloten in de aard van de oorlog dat beide kampen van de overwinning dromen. Maar het machtsevenwicht in het Afghaanse conflict is overduidelijk. Er zou een soort goddelijke interventie voor nodig zijn om de Taliban deze oorlog te laten winnen. Het is helemaal niet voor de hand liggend dat de Taliban Kaboel innemen. (…) Toch weten de leiders dat ze het zich niet kunnen veroorloven deze zwakte te erkennen. Dat zou het moreel van de Taliban ondermijnen. Het leiderschap kent de waarheid – dat de Taliban niet kunnen winnen van de macht waartegen zij strijden.”
Semple zegt dat hij de identiteit van de Taliban-commandant wel geheim móest houden, om hem in staat te stellen zich vrijelijk te uiten en van de officiële lijn af te wijken. Volgens Semple behoort de man tot de pragmatische vleugel van het leiderschap, die “een serieuze poging onderneemt om de strategie van de beweging vorm te geven.”
Bronnen:
New Statesman,
The Guardian