Na een amputatie heeft ongeveer 80% van de patiënten last van fantoompijn, pijn die afkomstig lijkt te zijn uit het geamputeerde lichaamsdeel. Lange tijd werd de pijn als onbehandelbaar beschouwd en moest men 'er maar mee leren leven'.
In het
Tijdschrift voor Psychiatrie wordt beschreven hoe een 68-jarige man met fantoompijn werd behandeld met eye movement desensitisation and reprocessing (EMDR). Van EMDR is bekend dat het een effectieve behandeling is voor de posttraumatische stressstoornis. Dan is meestal sprake van herbelevingen, bv. nachtmerries en flash-backs, van traumatische gebeurtenissen. EMDR heeft tot doel de verwerking van herinneringen aan die gebeurtenissen te bevorderen. Als het goed is, kan de patiënt aan het eind van de behandeling terugdenken aan de gebeurtenis zonder dat dit nog angst en andere klachten oproept.
Bij chronische pijn zou er ook sprake kunnen zijn van onverwerkte traumatische ervaringen, die bv. verband houden met de ziekte of verwonding waarmee de pijn begonnen is. Bij de man die in het artikel wordt beschreven, was dat inderdaad het geval. * De eerste betrof een uitslag van een specialist: op dat moment besefte hij (41 jaar en vader van 3 kinderen) dat ‘het goed fout zat’; * De tweede betrof een chirurg, die in een volle ziekenzaal vertelde dat hij kanker had: iedereen in de zaal was stilgevallen; * De derde was de ontvangst van zijn ontslagbrief na de revalidatie-periode. Hij werd niet meer representatief geacht voor zijn functie.
Na 10 EMDR-sessies was de intensiteit van de pijn verminderd van 10 naar 1 (op een schaal van 10). Daarna waren wel nog een aantal gesprekken nodig om het vertrouwen in de nieuwe situatie te versterken. De man kon amper geloven dat de pijn na 27 jaar zomaar ineens zou wegblijven.