Tijd is wellicht méér dan alleen maar lineair en in één richting. Tenminste, dat stellen fysici Sean Carroll (California Institute of Technology) en Alan Guth (Massachusetts Institute of Technology) die een
model ontwikkelden voor hun nieuwe
theorie, die inhoudt dat er twee parallelle universums zijn. De universums zijn beiden ontstaan uit de big bang en hebben tegengestelde tijdlijnen. In het spiegeluniversum gaat de tijd achteruit ten opzichte van die van ons. Op zich is dit idee niet onmogelijk, want er zijn geen natuurwetten die uitsluiten dat de tijd de andere kant op gaat. Bijna twee jaar geleden publiceerden Julian Barbour van de universiteit van Oxford en zijn collega's ook al een model. Zij stellen dat deeltjes, zoals in ons universum, elkaar steeds dichter naderen, waarna ze weer uit elkaar drijven, en dat ze dat dan in twee verschillende richtingen doen. Het moment net vóór het uiteendrijven, wordt het 'Januspunt' genoemd. Daarover zegt Barbour: 'Tijd is niet iets dat vooraf bestaat. We moeten uit de richting en de stroom van de tijd afleiden wat er in het universum gebeurt. Als we het zo bekijken, is het logisch te stellen dat de tijd op dat centrale punt aanvangt en wegvloeit in tegengestelde richtingen. Het is heel eenvoudig. Je begint aan dat centrale Januspunt, waar de beweging chaotisch is, maar dan vormt er zich in beide richtingen een structuur'. Caroll en Guth hebben naar eigen zeggen een nog eenvoudiger theorie dan Barbour heeft. De helft van de deeltjes zet na de big bang naar buiten toe uit en verhoogt zo de entropie (de maat van wanorde). De deeltjes van de andere helft stevenen op elkaar af en verkleinen de entropie. Een soort tweekoppige tijdslijn, oftewel, de big bang die tot entropie leidt in twee verschillende richtingen. Wie weet komen we er nooit achter hoe het universum precies is ontstaan. Wel is duidelijk dat als er inderdaad een spiegeluniversum is, je daar helaas nooit naartoe kunt, want dat ligt in je verleden.